zopen / zolen / zogen / zitten / zinnen / zeven / zetten / zepen / zemen / zeggen / zegen / zeden / zatten / zappen / zakken / zagen / zaden / yuppen / wokken / witten / wissen / wippen / wipen / winnen / willen / wikken / wezen / weven / wetten / weten / weren / wenen / wellen / wekken / weken / wegen / weeën / wedden / wazen / waxen / watten / wassen / warren / wappen / wapen / wallen / wakken / waken / wagen / vuren / vullen / vozen / vodden / vitten / vissen / vinnen / villen / veren / vegen / vapen / vallen / tutten / turen / tukken / tuffen / tossen / torren / toppen / tonnen / tonen / tollen / tokken / togen / tobben / tippen / tikken / teven / tetten / teren / tenen / temmen / tellen / teken / tegen / sullen / suffen / soppen / sokken / soffen / sissen / sippen / simmen / sikken / sarren / sappen / samen / ruwen / russen / rullen / rukken / ruggen / rubben / rozen / roven / rotten / romen / rollen / rokken / roken / rippen / rimmen / rillen / ribben / reten / rennen / remmen / rellen / rekken / regen / redden / razen / raven / raken / raggen / racen / putten / pussen / purren / puppen / puken / puffen / pozen / potten / poten / porren / poppen / pollen / pokken / poken / pogen / poffen / pitten / pissen / pinnen / pillen / pikken / pezen / peren / pellen / paren / palen / pakken / paffen / nullen / nukken / nuken / nuden / noten / noppen / nopen / nokken / noden / nippen / neten / nemen / nekken / nassen / narren / nakken / naken / muzen / muren / muppen / muggen / muffen / motten / morren / moppen / mollen / mokken / moffen / minnen / mikken / midden / meten / messen / meppen / mennen / menen / memmen / mekken / mazen / matten / malen / maken / maffen / maden / luwen / lussen / luren / lullen / lukken / luben / lozen / loven / loten / lopen / lonen / lollen / lokken / lobben / lippen / linnen / likken / liken / liggen / lezen / leven / leren / lenen / lellen / lekken / leggen / legen / laven / lappen / lallen / kutten / kussen / kuren / kuppen / kunnen / kuken / kuggen / kozen / kotten / koppen / kopen / konen / komen / kolen / koken / KLADDEN / kitten / kirren / kippen / kinnen / killen / kikken / kezen / keten / keren / keggen / keffen / jutten / juten / juffen / jopen / jokken / joggen / joden / jizzen / jiven / huwen / huren / huppen / hunnen / hummen / hullen / huggen / hozen / hossen / horren / horen / hoppen / hopen / honen / hollen / holen / hokken / hikken / hiken / hellen / helen / hebben / haten / happen / hakken / haken / guren / guppen / gunnen / gummen / gommen / gokken / goden / gillen / geven / genen / gekken / gebben / gaten / gappen / gapen / fuzzen / funen / fukken / foppen / fokken / fitten / fikken / fasen / fappen / falen / faken / facen / duwen / dutten / duren / dubben / dozen / doven / dotten / dossen / doppen / dopen / dommen / dollen / dolen / dokken / doffen / doden / dippen / dimmen / dikken / diggen / deren / deppen / dellen / dekken / dazen / daten / darren / dammen / dalen / dagen / daden / bukken / botten / bossen / boppen / bonnen / bonen / bommen / bomen / bollen / bokken / boffen / binnen / billen / bikken / biken / biggen / bidden / beven / betten / beten / beren / beppen / benen / bekken / beffen / bedden / bazen / baten / basen / baren / ballen / balen / bakken / baken / baffen !